Welkom op Dolfinariumweb,
Ontdek, Beleef, Verdiep

.

Medisch

 

Krijgen de dieren medicatie toegediend?

  

Zeezoogdieren in dierenparken krijgen uiteraard medicatie toegediend wanneer ze dit nodig hebben. Dit kan bijvoorbeeld zijn bij ziekte, afwijkingen of verwondingen. Dat ze standaard een grote dosis medicatie toegediend krijgen is echter een fabeltje. Wat wel standaard gebeurt is de gezondheidstraining. Een groot deel van de medische kennis over zeezoogdieren, met name walvisachtigen zoals dolfijnen is ontwikkeld in dierenparken en dolfinaria zelf. Hier wordt dus met grote zorgvuldigheid mee omgegaan. Vaak worden deze bevindingen met andere dierenparken gedeeld, maar ook met opvangcentra en onderzoekers. Wel krijgen zeezoogdieren regelmatig vitamines en supplementen toegediend. (Deze kunnen makkelijk aangezien worden voor medicatie) Deze supplementen dienen als toevoeging bij de voeding. Dit gebeurt overigens bij vrijwel alle dierentuindieren. Het kan namelijk zijn dat er een aantal vitaminen en voedingsstoffen verloren gaan bij het invriezen van de vis. Dit is bij goede kwaliteit vis echter niet vaak het geval. Het meest voorkomende supplement dat wordt bijgegeven is vitamine B1. Soorten zoals haring en sprot bevatten namelijk thiaminase, dat vitamine B1 afbreekt. Meestal worden de supplementen daarom uit voorzorg gegeven. Het is te vergelijken met voedingssupplementen bij andere dieren in dierenparken, zoals het poeder dat over voedsel van reptielen wordt gestrooid. Ook krijgen de meeste dolfijnen in dierenparken extra water toegediend naarmate ze ouder worden. Van nature drinken dolfijnen namelijk nooit. Al het vocht dat ze nodig hebben halen ze uit de gevangen vis en andere prooien. Dit kan op een oudere leeftijd resulteren in problemen met de nieren en/of lever. In het Dolfinarium is een gezondheidstraining ontwikkeld waarbij het dier vrijwillig een slang inslikt en de trainer zo extra water kan toedienen door middel van een trechter bovenaan de slang. Dit zogeheten 'slangen' zorgt dat de nieren en organen minder belast worden. Ook gelatine, die kan worden gebruikt voor verrijking is een vorm van extra vochttoediening.

 

 

Antidepressiva?

 

Een bekende verkondiging op websites van bewegingen die tegen dolfinaria zijn is dat dolfijnen in dolfinaria regelmatig antidepressiva krijgen toegediend. Dit is onwaar. Wat wel voorkomt in dierenparken is dat het middel diazepam wordt toegediend om de eetlust van bijvoorbeeld een zieke dolfijn te bevorderen. Diazepam is een kalmerend middel dat door sommigen ook wordt gezien als een antidepressiemiddel. Aan dolfijnen wordt dit echter alleen in een zeer kleine dosis gegeven bij een serieus ziektebeeld. Dit is noodzakelijk omdat, zoals hierboven vermeld een dolfijn vocht haalt uit zijn/haar voedsel. Als een dolfijn weigert te eten is er dus een reëel risico op uitdroging. Daarbij verzwakt het dier snel als het niet eet wat een herstel niet bevordert. Een bijwerking van diazepam is eetlust en gewichtstoename, vandaar dat dit middel dan gekozen wordt om toe te dienen. Het toedienen van dergelijke middelen en andere medicatie gaat uiteraard altijd met toestemming en onder begeleiding van een dierenarts.

 

Gezondheidstraining

De belangrijkste training die gegeven wordt in dolfinaria is de gezondheidstraining. Deze training wordt standaard uitgevoerd in vrijwel alle parken die zeezoogdieren houden, maar ook bij heel veel andere diersoorten wordt dit toegepast! De gezondheidstraining is een serie van gedragingen waardoor het mogelijk wordt een dier vrijwillig te onderzoeken en zelfs te behandelen wanneer dit nodig is. Zo wordt er bij dolfijnen bijvoorbeeld gekeken naar de tanden, ogen, het blaasgat, de buikzijde, er wordt temperatuur opgenomen, het dier wordt gewogen en er wordt zelfs vrijwillig bloed geprikt of urine afgenomen. Door deze training regelmatig uit te voeren raken de dieren gewend aan deze procedures en is het makkelijk de dieren te monitoren en gezond te houden. De gezondheidstraining wordt in dierenparken bij een groot aantal soorten uitgevoerd. De gezondheidstraining van zeezoogdieren is echter wel de meest geavanceerde en meest stressvrije methode. Het dier werkt in direct contact met de verzorger/trainer en hoeft niet te worden opgejaagd, gevangen, gefixeerd of te worden verdoofd om bijvoorbeeld bloed te prikken, gewicht te bepalen of het dier te transporteren. Zelfs kleine medische ingrepen kunnen worden uitgevoerd. Het dier wordt continu beloond en koppelt dus geen negatieve ervaringen aan deze training.

 

 

         Lichaamscontrole

Het dier wordt getraind om een bepaalde houding aan te nemen. Bij dolfijnen bijvoorbeeld door op de rug te gaan liggen of op het platform te komen. Hierbij kan ieder lichaamsdeel worden aangeraakt en bekeken. Vertrouwen is hierbij ontzettend belangrijk en de gezondheidstraining laat heel goed zien hoe sterk de band is tussen het dier en de verzorger. Door een regelmatige lichaamscontrole kunnen allerlei dingen vroeg worden opgemerkt. Denk hierbij aan wondjes of andere plekjes of eventuele afwijkingen. Omdat het dier hiervoor getraind wordt en niet gevangen of gefixeerd hoeft te worden is dit een uitstekende manier om het dier stressvrij te controleren. Omdat alle gedragingen van te voren worden getraind en het dier ervoor wordt beloond is het geen negatieve ervaring.

 

      Hoofd en mondcontrole

Een training die voortkomt uit de lichaamscontrole is het bekijken van het hoofd en ook de binnenkant van de mond/bek. Hierbij kan worden gekeken naar de tong, slijmvliezen en het gebit. Op deze manier kan er worden gekeken naar een deel van het lichaam wat je niet echt van de buitenkant kunt zien of bestuderen en waar bij veel dieren (of mensen!) verdoofd moet worden voor je er echt goed een kijkje kan nemen. Ook deze oefening gebeurt volledig vrijwillig en kan verder worden getraind tot vrijwillige gebitsverzorging. Een cruciaal deel van de training om het dier goed te kunnen controleren en gezond te kunnen houden.

               

                  Wegen

Omdat zeezoogdieren getraind worden is het ontzettend makkelijk om ze vrijwillig te verplaatsen of te vragen op een bepaalde plek te gaan staan (ook wel stationeren genoemd), Hierdoor wordt het ontzettend makkelijk om een dier stil te laten staan of liggen op een weegschaal en daardoor een betrouwbaar beeld van het gewicht van het dier te krijgen. Dit is cruciaal om de gezondheidstoestand van het dier bij te houden. Wanneer een dier opeens veel afvalt of aankomt onder hetzelfde dieet dan is dit een signaal dat er iets aan de hand is, bijvoorbeeld ziekte of dat het dier een andere voedselbron weet te vinden. Ook voor wetenschappers zijn de gewichten van verschillende diersoorten hele nuttige informatie, aangezien het vrijwel onmogelijk is een zeezoogdier te wegen in het wild zonder het te vangen en daarbij dus ontzettend te verstoren.

           

 

           Gebitsverzorging

Een deel van het dier dat je niet zomaar van dichtbij kunt zien of aanraken zijn de tanden en de binnenkant van de mond. De meeste dieren moeten worden verdoofd of krijgen een bepaalde contraptie in de mond (denk aan hoefdieren) om ze van gebitsverzorging te voorzien. Bij zeezoogdieren is dit een vrijwillige gedraging. Niet alleen het controleren en het schoonhouden, maar ook kleine ingrepen kunnen zo worden uitgevoerd zonder stress en zonder verdoving. Bij heel veel dieren is dit cruciaal omdat ontstekingen of beschadigingen vaker kunnen voorkomen. Zo kunnen de slagtanden van walrussen bijvoorbeeld kleine haarscheurtjes hebben. Ook kunnen beschadigingen zo zeer snel worden opgemerkt.

         

           

 

            Blaasgatmonster

Het nemen van een ademmonster uit het blaasgat van een dolfijn (of bruinvis) gebeurt om de gezondheid van het dier te controleren op een niet-invasieve manier. Het blaasgat is namelijk de opening waardoor de dolfijn ademhaalt, de dolfijn hoeft dus alleen maar uit te ademen. Tijdens het uitademen komen er microscopisch kleine druppeltjes vocht, slijm en eventueel bacteriën of virussen mee naar buiten. Door dat uitgeademde vocht op te vangen, bijvoorbeeld met een buisje of opvangplaatje boven het blaasgat, kan dee samenstelling van de adem geanalyseerd worden. Zo kunnen dingen als eiwitten, hormonen, of ontstekingsmarkers gemeten worden, infecties worden opgespoord  (zoals longproblemen of bacteriële aandoeningen) , maar ook stressniveaus kunnen worden gemeten (bijv. via het stresshormoon cortisol).

     

 

      Bloed en/of Urinemonster

Bloed- en urinemonsters worden bij dolfijnen (net als bij veel andere dieren) gebruikt om een grondig beeld van de gezondheidstoestand te krijgen. Uit bloed kunnen dierenartsen of onderzoekers veel belangrijke gezondheidswaarden halen, zoals: Het aantal rode en witte bloedcellen (voor het opsporen van infecties, ontstekingen of bloedarmoede), Elektrolyten (zoals natrium, kalium, calcium), Lever- en nierwaarden (zoals ureum, creatinine, ALP, AST) om onder andere orgaanfunctie te controleren. Glucose  (om bloedsuikerproblemen of stressreacties te detecteren) en Hormonen voor bijvoorbeeld stress- of voortplantingsonderzoek. Eveneens kunnen er immuunmarkers of antilichamen worden opgespoord bij verdenking op infectieziekten. Het bloed wordt geprikt vanuit de staartvin van de dolfijn/bruinvis of de achterflipper van een vinpotige. Ook hier wordt er eerst getraind om te wennen aan een vreemd gevoel of prikje op het lichaamsdeel. Dit kan ook worden gevraagd en gesimuleerd in de standaardgezondheidstraining puur zodat de dieren eraan gewend raken,

                 Echografie

Echografie wordt bij zeezoogdieren gebruikt voor diverse medische toepassingen. Naast het volgen van een dracht (zwangerschap) kan het ook worden ingezet voor het onderzoeken van de buikorganen, het opsporen van blaas- of nierproblemen, en voor het in beeld brengen van bijvoorbeeld het hart bij mogelijke afwijkingen. Ook wordt echografie gebruikt bij de beoordeling van de reproductieve gezondheid, bijvoorbeeld bij het opsporen van cysten of het volgen van de vruchtbaarheidscyclus. Daarnaast dient het als hulpmiddel bij medische procedures. Her kan ook worden gebruikt om het herstel bij ziekten of operaties te monitoren zonder het dier extra te belasten.

         

       Vocht toedienen

Zoals eerder al beschreven is er een gezondheidstraining ontwikkeld waarbij het dier vrijwillig een slang inslikt en de trainer zo extra water kan toedienen door middel van een trechter bovenaan de slang. Dit zogeheten 'slangen' zorgt dat de nieren en organen minder belast worden. Ook gelatine, die kan worden gebruikt voor verrijking is een vorm van extra vochttoediening. Via de slang kunnen ook vloeibare medicijnen of supplementen worden toegediend, vooral als het dier ze anders niet kan innemen. Dit zorgt voor betrouwbare dosering, zonder injecties of dwang. Het feit dat het dier deze, maar ook alle andere gedragingen die bij de gezondheidstraining horen vrijwillig doet, is een bewijs van goed medisch trainingswerk. Het vermindert stress, vergroot het vertrouwen tussen dier en verzorger, en maakt langdurige medische zorg veiliger en aangenamer voor zowel de dieren als de verzorgers. Zo zijn zeezoogdieren één van de meest getrainde dieren onder menselijke zorg die de meeste vrijwillige controles en  behandelingen kunnen ondergaan zonder het gebruik van opjagen, vangen, fixeren of verdoven. Iets wat bij andere dierentuindieren nog niet altijd het geval is. Hierdoor leven zeezoogdieren een zeer gezond en verrijkt leven met een groot team van trainers, verzorgers en dierenartsen dat dag en nacht voor ze klaar staan. Alles wordt gemonitord, gecontroleerd en bijgehouden. Hierdoor kunnen afwijkingen heel snel worden opgemerkt en kan er snel worden gehandeld bij ziekte. Ook de verzorgers spelen hier een grote rol in. Omdat zij zo'n hechte band hebben met de dieren merken zij afwijkend gedrag als allereerste op. Zeezoogdieren laten namelijk van nature niet zomaar zien dat ze ziek of gewond zijn. In de natuur ben je dan namelijk kwetsbaar voor roofdieren, maar ook eventuele soortgenoten. Wanneer er echte symptomen zijn is het hierdoor vaak al te laat. Daarom is de band tussen dier en verzorger nog eens extra cruciaal, omdat iedere kleine afwijking heel snel kan worden opgemerkt.