Tuimelaars


De tuimelaardolfijn is de meest in dolfinaria gehouden dolfijnensoort. Deze soort is wereldwijd bekend door o.a. de serie 'Flipper'. De tuimelaardolfijn komt wereldwijd voor in warmere kustwateren en wordt vaak in grote groepen waargenomen. 

Orde tandwalvissen
De tuimelaardolfijn behoort tot de orde van de tandwalvissen. Walvissen zijn verdeeld in twee ordes: baleinwalvissen en tandwalvissen. Baleinwalvissen hebben baleinen in hun mond waarmee ze voedsel uit het zeewater filteren. Tandwalvissen hebben tanden in hun mond, waarmee ze de vis vangen.

Zeezoogdieren
Tuimelaardolfijnen zijn geen vissen maar zoogdieren. Ze baren namelijk levende jongen, zogen hun jongen en ze moeten boven water komen om adem te halen. Zoogdieren die in het water leven noemen we ook wel zeezoogdieren. Eigenlijk zijn dit gewoon zoogdieren, alleen hebben zij zich aangepast aan het leven in het water.

Tuimelaardolfijnen
Het leefgebied van de tuimelaardolfijn zijn vaak warmere kustwateren. Hier leven ze in groepen van 2 tot 20 dieren. Om te jagen sluiten deze groepen zich vaak bij elkaar aan, om bijvoorbeeld grote concentraties haring te vangen. Bij het jagen drijven de groepen dolfijnen de vis bij een en grijpen ze de vis met hun tanden, waarna ze de vis in zijn geheel doorslikken.
Tuimelaardolfijnen hebben een draagtijd van 12 maanden. Tijdens de geboorte komt eerst de staart van het jong naar buiten, dit omdat wanneer de kop van het jong eruit is het gelijk moet ademen. De moeder duwt het jong na de geboorte naar het wateroppervlak om het te laten ademen. Vervolgens zal de moeder het jong mee nemen in haar slipstream, dit is een stroming langs de zij van de moeder waarin het jong kan mee liften. 
Vrouwelijke jongen verlaten de groep wanneer zij rond de 9 jaar oud zijn. Mannetjes verlaten de groep later als ze ongeveer 12 jaar oud zijn.

In het Dolfinarium leven op twee locaties tuimelaardolfijnen. In het DolfijndoMijn leeft een gevarieerde groep mannetjes en in de DolfijnenDelta leeft een gevarieerde groep tuimelaardolfijnen van mannetjes, vrouwtjes, oude en jonge dieren.

In het kort:
- 200 tot 300 kilo zwaar
- 2 tot 3 meter lang
- Witte buik en grijze rug
- Maximaal 40-45 jaar
- Tussen 80 tot 100 tanden
- Voedsel: 6 tot 8 kg inktvis, makreel, haring, capelin en sprot
- Maximumsnelheid: 40 km per uur
- Maximaal 15 minuten onderwater
- Vijanden en bedreigingen: grote haaiensoorten, vervuiling en bijvangst
- Leefgebied: warmere kustwateren

Dolfijnen in het Dolfinarium
De tuimelaardolfijnen leven net als in het wild in een groep, van mannetjes en vrouwtjes, oude en jonge dieren. Bijna alle dolfijnen in het Dolfinarium zijn in gevangenschap geboren. Om te zorgen dat er geen inteelt plaatsvind of dat er problemen in de groep ontstaan, werkt het Dolfinarium samen met andere dolfinaria in Europa. Zo wordt er met dieren geruild, om te zorgen dat er geen inteelt plaatsvindt. Het is niet nodig om tuimelaardolfijnen uit het wild te halen, omdat er door fokprogramma's een gezonde populatie tuimelaardolfijnen in gevangenschap is ontstaan. 

 

Training
Voorbeeld van gezondheidstraining met dolfijn SkinnyDe tuimelaardolfijnen in het Dolfinarium zijn allemaal getraind. De training van de dieren is nodig om de dieren te kunnen onderzoeken en om ze bezig te houden. In het wild moeten tuimelaardolfijnen vis vangen om te kunnen eten. In het Dolfinarium krijgen de dolfijnen dode vis van hun verzorgers. Door de dieren te trainen kan hun dag gevuld worden met spelletjes, shows en trainingsessies. Zo wordt er gezorgd dat de dieren zich niet snel zullen vervelen.
Daarnaast is training erg belangrijk voor de gezondheid van de dieren. De belangrijkste training is dan ook de gezondheidstraining. Deze training bestaat uit het laten wennen aan aanrakingen van mensen. Door middel van de gezondheidstraining kan er gekeken worden of dieren ziek zijn of andere problemen hebben.

De training start als jonge dieren vis beginnen te eten. Eerst wordt de dieren geleerd om bij de trainers in de buurt te komen. Zodra de dieren dat niet meer eng vinden, wordt ze geleerd naar de hand van de trainer toe te komen. Als een dier dit goed doet wordt het dier beloond. Dit kan op verschillende manieren; bijvoorbeeld met vis, maar het dier kan ook beloond worden met een favoriet speeltje, een enthousiast aplaus of een knuffel.

Als een dier eenmaal de hand kan volgen, wordt er gestart met targettraining. Het dier wordt dan geleerd een target te volgen. Een target is een stok met een balletje eraan. Door het balletje te volgen kan een dier na een tijdje een bepaalde beweging. Als een dier de beweging goed uitvoert wordt er aan die beweging een handgebaar gekoppeld, zo kunnen de dieren na een hele lange tijd een gedraging maken na een handgebaar van een trainer.