De meeste parken waar zeezoogdieren worden gehouden maken gebruik van de speelsheid en de mogelijkheid de dieren te trainen in de vorm van presentaties, voorstellingen of de voormalige shows. Sinds een tijd heerst er grote controversie over deze vorm van het tentoonstellen van dieren. Wat men voorheen shows noemde bestond altijd al in verschillende vormen. Zo had je bijvoorbeeld altijd al zowel educatieve presentaties, voorstellingen waarbij de trainers wel of niet in het water gaan met de dieren en entertainende shows, vaak begeleid door popmuziek, videobeelden en/of acteurs. In dit laatste voorbeeld worden er vaak gecompliceerde en hoge sprongen uitgevoerd door de dolfijnen evenals andere 'high-energy' gedragingen. Welke gedragingen de dieren laten zien in voorstellingen verschilt behoorlijk per park. Er zijn ook parken die geen van deze voorstellingen hebben en waarbij je per toeval op een training van de dieren kan stuiten, een voorbeeld hiervan is Acuario di Genova in Italië. In het Dolfinarium worden tegenwoordig alleen nog maar educatieve voorstellingen en presentaties gehouden. Al sinds zeezoogdieren onder menselijke worden gehouden worden er ook shows en voorstelling met ze opgevoerd. Toen de eerste walvisachtigen zoals dolfijnen in dierenparken terecht kwamen was dit al eeuwen het geval met vinpotigen (met name zeehonden, zeeleeuwen en walrussen). Ook de eerste walvisachtigen onder menselijke zorg werden al gebruikt in voorstellingen waarbij een primitieve vorm van training werd toegepast.
Links: een promotionele afbeelding uit 1861 van een voorstelling met beloega's in de "Boston Aquarial Gardens" in de Verenigde Staten. Dit is waar de eerste bewuste shows met walvisachtigen zoals dolfijnen werden gehouden. Midden: Zeehondenshow voor publiek c.a. 1800. Gethematiseerd met walviskaak-poort en maritieme decoratiehekken. Rechts: Een oppasser dresseert Californische Zeeleeuwen in de dierentuin van Parijs c.a. 1890.
Eeuwenlang is het heel normaal geweest om dieren onder menselijke zorg allerlei kunstjes en capriolen te zien uitvoeren. Zelfs momenteel is dit nog een vorm van vermaak. Denk hierbij aan circussen, roofvogelshows en paardenshows zoals Apassionata of Raveleijn in de Efteling. In dierenparken in Nederland is dit echter niet meer het geval. Waar het enkele tientallen jaren geleden nog heel normaal was om een rondje te maken op een kameel of jonge olifant in de dierentuin, of om bijvoorbeeld met een welpje op de foto te gaan of een beer of mensaap op commando op zijn achterpoten te zien staan, wordt dat nu gezien als iets dat niet meer van deze tijd is. De meeste dierenparken hebben zich hier dan ook op aangepast. Echter blijven de parken met zeezoogdieren nog vrijwel altijd voorstellingen geven. Dit gaat niet zonder kritiek. Er zijn de laatste jaren veel groepen die de voorstellingen als zielig bestempelen en zelfs als uitbuiten van de dieren. "Vermaak over de ruggen van dieren is zeer ongepast en is puur gebaseerd op publiek trekken en winst maken" is de mening van deze groepen. Onder andere door deze gedachten is er in Nederland op 15 september 2015 een verbod ingegaan op wilde dieren in circussen. Het verbod geldt voor de vertoning en het vervoer van wilde zoogdieren ten behoeve van een circus of ander optreden, vanwege de aantasting van het welzijn en de integriteit van het dier. Dit vloeit grotendeels voort uit het rondreizende karakter van het circus: de dieren worden veelvuldig getransporteerd en de mogelijkheden voor adequate huisvesting en de uitoefening van soorteigen gedrag zijn beperkt. Daarom is het kabinet van mening dat de problemen voor wilde zoogdieren niet kunnen worden ondervangen met nadere (welzijns)voorschriften. Zo stelt men: "Eisen zoals die bijvoorbeeld worden gesteld aan dierentuinen, zijn voor een rondreizende organisatie onhaalbaar". Echter worden alle andere wilde dieren die buiten dit verbod vallen en vele soorten gedomesticeerde dieren nog wel gewoon vertoond en gebruikt voor shows in Nederlandse circussen. Tot nu toe is hier van dezelfde groepen die het verbod op wilde zoogdieren hebben helpen realiseren nog geen kritiek op gekomen of actie ondernomen.
Het houden van dolfijnen zoals we het nu kennen begon in de jaren 30' van de twintigste eeuw. In 1938 werden vier tuimelaars gevangen door een bedrijf genaamd "Marine Studios" in Florida, Verenigde Staten. Het doel was om onderwaterbeelden te maken voor de filmindustrie, één van de dolfijnen was echter ook zichtbaar voor de schermen. Na dat dit bekend werd blokkeerden 20.000 toeristen de snelweg omdat ze het dier zo graag wilden zien. Tot de grote verbazing van de studio. Het grote succes van de dolfijnen was ongekend. De ontdekking dat dolfijnen getraind kunnen worden vond ook in dit park plaats. De eerste getrainde dolfijn ter wereld, genaamd "Flippy" was een bewoner van Marine Studios. Zijn trainer, Adolph Fröhn kwam uit een lange lijn van dierentrainers. Zijn grootvader en vader werkten al met dieren. Hij zelf werd geboren in een Circus in Hamburg en deed in zijn leven veel ervaring op met allerlei verschillende dieren op verschillende locaties (waaronder bij de de bekende P.T. Barnum). Omdat er nog nooit een poging was gedaan een dolfijn te trainen moest Fröhn zelf een methode ontwikkelen. Hij had immers geen vergelijkingsmateriaal of idee van de intelligentie en leergierigheid van dolfijnen.
Tot Fröhns teleurstelling duurde het maar liefst drie maanden voor Flippy volledig gewend was aan hem, hierna boekte het paar echter enorme vooruitgang. Fröhn maakte in die tijd al gebruik van de positive reinforcement methode. Flippy leerde al snel dat wanneer hij deed wat er gevraagd werd er een smakelijke beloning en een aai op het hoofd volgde. Ook gebruikte Fröhn een combinatie van stem en handgebaren. Handgebaren worden vandaag de dag nog steeds gebruikt in dolfijnentraining, de stem is inmiddels vervangen door een fluitje. De training ging langzaam maar gestaag. Het duurde drie jaar om Flippy volledig te trainen. Het resultaat was echter een groot succes! Training en het vragen van bepaalde gedragingen aan zeezoogdieren zal altijd nodig zijn in dierenparken. Zowel als mentale en fysieke verrijking als voor gezondheidsdoeleinden. Het publiek hierbij betrekken is een zeer logisch gevolg hiervan in dolfinaria en zeezoogdierenparken. De dieren moeten toch getraind en verrijkt worden voor hun eigen gezondheid en welzijn, waarom dit dan niet aan de bezoekers tonen? Dit wordt echter ook steeds vaker gebruikt in dierentuinen en dan niet alleen met zeezoogdieren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de populaire voederpresentaties waarbij de dieren verschillende dingen worden gevraagd of presentaties rondom de gezondheidstraining van olifanten. In Frankrijk zijn zelfs nog meerdere dierentuinen met een tijger en/of grote kattenshow. Deze manier van publiek betrekken bij de training van dieren is een vorm van entertainment voor het publiek; mensen willen dit maar al te graag zien. Het wekt vaak meer interesse dan de dieren simpelweg in hun verblijf bekijken aangezien je tijdens een voorstelling of presentatie de dieren 'in actie' ziet terwijl je ze in het verblijf zeer waarschijnlijk in rust ziet. Parken merken dit en doen hier zeker voordeel mee. Op toeristische locaties wordt er zelfs groot mee geadverteerd. Hiermee trekt het park uiteraard bezoekers. Vaak haalt het mensen binnen, waardoor ze als ze eenmaal in het park zijn de kans hebben om te leren over de andere dieren en educatie die in het park aanwezig zijn. Probeer het zo te zien: Niemand komt naar het Dolfinarium voor een kabeljauw of een rode poon, maar als je voor de dolfijnen of zeeleeuwen komt, leer je eenmaal binnen ook over die dieren. Een voorstelling heeft echter ook een hoge educatieve waarde. In alle voorstellingen, zelfs degene met een hoge entertainment-waarde wordt educatie gebruikt. Mensen leren over de dieren en kunnen deze dieren (die in het wild niet heel makkelijk te zien zijn) van heel dichtbij bekijken. Er wordt in bijna alle gevallen gebruik gemaakt van directe educatieve informatie. Dit kan bijvoorbeeld zijn door middel van een spreker, op een videoscherm of uitgebeeld in gedragingen. Er wordt bijvoorbeeld aandacht gevraagd voor de wilde populatie en conservatie van bepaalde soorten, er wordt verteld over de gezondheidstraining en het houden van de dieren, er wordt educatief gesproken over de dieren zelf (waar komen ze voor? wat eten ze? fysiologie, gedrag), wat je moet doen wanneer je een gestrand dier vindt, hoe het er achter de schermen aan toe gaat en nog veel meer. In het overgrote deel van de voorsellingen wordt zelfs aandacht gevraagd voor milieuvervuiling, met name het tegengaan van vervuiling van de oceanen. Het is vrijwel onmogelijk een dierenpark te verlaten zonder iets van educatie te zijn tegengekomen en zonder iets te hebben geleerd. Dit is ook meteen de kracht van dierenparken en het grootste argument dat wordt gebruikt waarom het houden van dolfijnen moet worden voortgezet, samen met de mogelijkheid voor wetenschappelijk onderzoek.

Er wordt vaak de vergelijking getrokken met een circusvoorstelling. In deze vergelijking ligt nu het verschil van shows en voorstellingen in dierenparken versus puur entertainment. Een circusshow met dieren dient over het algemeen puur voor vermaak. Het is een groot spektakel met licht, geluid en kostuums waarbij dieren trucjes uithalen, maar meer ook niet. Er is geen achterliggende boodschap, er wordt vaak niet eens informatie verstrekt over de dieren die in deze shows gebruikt worden en wanneer er geen publiek is treden de dieren niet op (tenzij ze natuurlijk routines oefenen voor de aankomende voorstelling). Entertainment zonder educatie dus, puur voor het vermaak en om puur om de dieren te kunnen zien en allerlei capriolen te zien uitvoeren. Hoewel dit vaak ook de achterliggende gedachte is bij mensen die voorstellingen in een dierenpark bezoeken, zijn er wel degelijk verschillen! Een dierenpark bied educatie aan haar bezoekers zowel in de shows als daarbuiten. Vaak gebruiken dierenparken de verwondering die mensen krijgen in shows om extra aandacht te vragen voor de dieren, het leefgebied en hoe deze te beschermen. Ook is er vaak een achterliggende boodschap in een show zoals "red de oceaan" of "zorg goed voor de natuur". Zeezoogdieren worden ook getraind in de gesloten periode. Vrijwel alles wat de dieren doen in de voorstellingen, doen ze ook tijdens de trainingsessies als er geen bezoekers zijn. Dit voor de verrijking van de dieren zelf en in het kader van gezondheidstraining; Ook wanneer een park geen voorstellingen aanbied zullen er regelmatig trainingssessies en speelsessies te zien zijn, simpelweg om de dieren verrijkt en fit te houden. Daarbij komt nog dat vrijwel alle Westerse dierenparken doneren aan goede doelen in het kader van natuurbescherming, dit is bij een circus niet het geval. Veel mensen hebben nog een verouderd beeld van het Dolfinarium. De shows zijn niet meer; ze zijn veranderd naar educatieve voorstellingen. Het Dolfinarium is hier ook zeker niet alleen in. Veel parken vandaag de dag wijken mede door de hevige kritiek uit naar een nieuwe methode waarbij de voorstelling nog educatiever is en het entertainment-niveau verder naar beneden is gegaan. Lees; geen hoepels meer, geen popmuziek, geen acteurs en kostuums en steeds vaker zelfs geen trainers meer direct in het water. Hier ligt waarschijnlijk ook de toekomst van dierenparken en dolfinaria. Al zullen naar verwachting de parken in toeristische landen hier nog enigszins in achterblijven. Er wordt namelijk door toeristen ondanks het steeds slechter wordende imago van de 'dolfijnenshow', nog volop betaald om de shows te zien en met de dieren op de foto te gaan in toeristische landen. Denk dus goed na de volgende keer dat je een dierenpark bezoekt in het buitenland, vooral op een toeristische locatie. Ook moet de balans worden gevonden in deze nieuwe manier van voorstellingen geven. Het moet educatief zijn, maar ook leuk genoeg om mensen en met name kinderen de informatie bij te brengen. Ook lopen we gevaar de variatie van de gedragingen te verliezen omdat er steeds minder mag. Kortom: De tijden veranderen en we zitten middenin een omslag waarbij het welzijn van de dieren niet verloren mag gaan ten opzichte van kritiek.