Erjan Veldman (hoofd vissenteam)

Hij was eerst van plan om te immigreren naar Afrika om ontwikkelingshulp te verlenen, begon in 2007 in het Dolfinarium bij team vissen en had het daar zo naar zin dat hij besloot te blijven. Nu zes jaar later is hij, Erjan Veldman, hoofd van Team Vissen.

Hoe ben je bij het Dolfinarium terecht gekomen?

“Van jongs af aan had ik al interesse in dieren, vroeger had ik thuis altijd aquaria dus wat dat betreft had ik al kennis van dieren en leek het mij ook leuk om met dieren te werken. Eind 2006 was ik op zoek naar een baan. Ik had een opleiding gevolgd om ontwikkelingshulp te bieden in derdewereld landen en ik was van plan om te emigreren naar Afrika, maar ik zocht tijdelijk een baan. Mijn moeder tipte mij toen vanwege een vacature in de krant bij team Vissen en Bruinvissen en de enige kwalificatie die daar bij stond was dat je een beetje moest kunnen presenteren. Ik was er van overtuigd dat ik dat wel kon, dus heb ik gesolliciteerd en nadat ik auditie had gedaan ben ik aangenomen. Uiteindelijk bleek die toekomstdroom om te emigreren erg lastig te worden en aangezien ik het hier naar mijn zin had ben ik bij het Dolfinarium gebleven. Sinds een half jaar ben ik nu ook hoofd van het Team Vissen.”

Wat voor werkzaamheden verricht je binnen het Dolfinarium?
“Ik ben verantwoordelijk voor alle vissen en schaaldieren als krabben en kreeften die op het Dolfinarium leven. Het Roggenrif is daarbij de hoofdmoot, aangezien daar een presentatie wordt gegeven en de dieren die daar leven de meeste zorg nodig hebben. Daarnaast hebben we drie tropische aquaria door het park staan en de Krabbenkust.”

Wat vind je het leukst aan je werk?
“Het leukste en uitdagendste aan mijn werk vind ik het meer onder de aandacht brengen van vissen binnen het Dolfinarium. De nadruk en kennis ligt altijd bij de zeezoogdieren en het is uitdagend om de mensen binnen het Dolfinarium er dan van te overtuigen een gebied als het Noordzeegebied te openen. De aanloop daarnaartoe en de bouw van het nieuwe gebied vind ik dan ook erg leuk.”

Wat was je bijzonderste ervaring tijdens je werk op het Dolfinarium?
“Dat zijn er eigenlijk heel veel zoals de geboorte van bruinvissen waar ik zelf ook een periode mee heb gewerkt tot het transport van dieren. Maar ik denk dat het verhaal van haai Gerard, een gevlekte gladde haai, wel het bijzonderste is. Gerard werd als bijvangst gevonden in Zeeland en was eigenlijk ten dode opgeschreven. Hij was erg verwond door de netten en is vervolgens bij ons terecht gekomen. We zijn hem toen gaan behandelen met honingzalf en uiteindelijk zijn al die wonden genezen en zwemt het dier hier nog steeds gezond rond in het Roggenrif. Hij is nu de tamste haai die we hier hebben en het idee dat hij het nu zo goed doet maakt dat wel mijn bijzonderste ervaring bij het Dolfinarium.”

Kun je wat meer vertellen over het Noordzeegebied?

“Een uitbreiding van het Roggenrif stond op de planning in het masterplan om afgelopen jaar te openen, wat uiteindelijk niet gelukt is door een faillissement van de aannemer. Maar vooraf zo’n uitbreiding ga je een brainstormsessie in en daaruit kwam dat we heel veel mooie vissen rond hebben zwemmen in het Dolfinarium maar dat je die eigenlijk niet goed ziet omdat je ze van bovenaf bekijkt in het Roggenrif. Toen hebben we dus besloten dat we iets met aquaria wouden doen en toen ben ik met het idee gekomen om te laten zien wat er in de zomer en in de winter in de Noordzee leeft. We hadden hiervoor ook altijd het Eiquarium en we merkten dat bezoekers dat erg interessant vonden. Toen hebben we ook het ‘Laboratorium’ bedacht om mensen in kleine aquaria kleine vissoorten te laten zien, waarbij ze dus ook allerlei dingen kunnen ontdekken.In het wintergedeelte van het hotel komen soorten die dus in de winter in de Noordzee verblijven zoals kabeljauw, wijting, schar en de steenbolk en die kunnen we uitbreiden met zeewolven en snotolven. In het zomergedeelte komen vissen die migreren zoals de zeebaars, rode poon, tong en de kathaai en daarnaast komen er dieren als Noordzeekrabben op de bodem van de aquaria. In het Laboratorium gaan we jonge vissoorten houden, spiering, zeeslakken, anemonen, garnalen, puitalen et cetera. Daar kun je bijvoorbeeld drachtige garnalen, levendbarende vissen, een krab met eieren of het verschalingsproces van een krab laten zien. Daarnaast gaan we het hier hebben over de vervuiling van de Noordzee en wat voor soorten vis we als mensen eten.
Educatie zal vooral doormiddel van spelletjes, belevend zeg maar, bebording en de presentaties gegeven worden. De presentaties zullen eerst net zo worden als vroeger en we gaan kijken wat er mogelijk is als het gaat om het Noordzeegebied. Je kunt namelijk niet al die mensen tegelijkertijd iets laten zien in het Noordzeegebied omdat de ruimte daarvoor te beperkt is.

Verder is de winkel nu verplaatst naar het nieuwe gedeelte en waarschijnlijk komt in de ruimte van de oude winkel een bioscoopje komt waar mensen de ‘rare dieren’ van de Noordzee kunnen zien zoals zeewolven, kwallen, snotolven en kreeften. Allerlei raar uitziende dieren willen we daar laten zien, informatie over het verhaal van de paling, waar die vandaan komt et cetera. Maar voorlopig is dat fase twee.”

Waar heb je ideeën opgedaan voor het nieuwe gebied?
“Ik viste vroeger vaak in Zeeland of op zee en daar viel het mij al op dat je in de zomer andere vissoorten ving dan in de winter. Daardoor kwamen we dus op het idee om de verschillende periodes in de Noordzee te laten zien en vervolgens heeft één van de creatieve mensen daar het hotel thema omheen bedacht. Daarnaast heb ik veel ideeën op gedaan in andere parken, maar je ziet vaak dat het hele grote verblijven zijn. Die zijn erg indrukwekkend, maar als je er eenmaal doorheen bent vraag je je vaak af wat je eigenlijk gezien hebt. Wij hebben er juist voor gekozen om sommige soorten per aquaria te laten zien, zodat het voor het publiek duidelijk is wat ze zien.”

Had je specifieke eisen voor het nieuwe gebied?
“Goed water! Harderwijk ligt niet aan de zee, dus we kunnen niet rechtstreeks zeewater gebruiken. In de zee wordt water natuurlijk gezuiverd en dat kun je moeilijk namaken in aquaria. Door een goed filteringssysteem hebben we nu ook dat goede water. Daarnaast wou ik graag dieren uit de Noordzee laten zien, omdat dat een soort is die eigenlijk dicht bij huis leeft.”

Heb je nog toekomst ideeën binnen de afdeling vissen?
“Ja, het zou mij het mooiste lijken als we een mooi waddengebied krijgen met zeehonden, bruinvissen en vissoorten. Met een strand waar we eb en vloed kunnen creëren en waar je dan een wad hebt waar je allerlei dieren kunt ontdekken. En natuurlijk zou ik nog grotere aquaria willen. Maar goed, met wat we nu hebben ben ik ook al erg tevreden.

Verder hebben we nog wel ideeën over het voeren van de vissen. We zijn er destijds mee gestopt omdat er soorten in het Roggenrif kwamen die mensen konden bijten tijdens het voeren. Ik hoop zelf dat het nog terugkomt, maar dan in een andere vorm. Vroeger konden mensen de dieren uit hun hand laten eten, in de toekomst zouden we de bezoekers het voer dan zelf willen laten strooien. Vervolgens kunnen zij dan zien hoe soorten het op een verschillende manier opeten.

Over tien jaar heeft het Dolfinarium misschien meer vissen als het aan mij ligt, maar je moet oppassen dat je dat niet te veel krijgt. Ik ben nu al erg trots op wat er nu staat en ik hoop dat het Dolfinarium door gaat in de lijn die ze altijd gevolgd hebben. Verder hoop ik dat er meer educatie komt en dat we nog meer laten zien wat er in onze Noordzee leeft.”